Wriemels aan het wateroppervlak

SOORTPASPOORT

Steekmug

Namen Steekmug, neefje, muskiet. Onder andere Culex pipiens.

Uiterlijk Omdat het om verschillende soorten gaat, verschilt het uiterlijk wat. In elk geval zijn het karakteristiek slank-gebouwde muggen met een lange steeksnuit, twee meestal ongevlekte vleugels en lange dunne poten. Sommige soorten zitten of steken met hun achterlijf parallel aan de ondergrond (neefjes), andere typerend opgericht (malariamug). Er zijn grotere en kleinere, met egaal bruingrijze lijven en poten of met wit gebande poten. Vaak dragen de mannetjes dragen pluimachtige brede sprieten, de vrouwtjes slanke.

Verwanten Gezamenlijk vormen ze een grote familie, die van de steekmuggen (Culicidae).

Voorkomen Als duikers zien we niet vaak steekmuggen deels omdat ze schuw zijn en ze vooral aan het oppervlak leven waar wij snel aan voorbij gaan. Tijdens snorkelmomenten zie je ze beter. Muggen horen bij het water omdat ze er hun eieren in leggen en dus ook omdat de larven er in opgroeien. Bovendien zijn ze een belangrijk stapelvoedsel! En tenslotte weten ze ons, bij het omkleden, regelmatig te vinden!

Leefwijze & voortplanting De neefjes, waar het hier vooral om gaat, leggen hun eieren in drijvende vlotten op het water. Elk vrouwtje zo'n 300 stuks. Op rustige plekken tussen oeverplanten, maar ook in plassen op de grond, in dakgoten e.d. Andere soorten leggen hun eieren elk los en of zelfs in het zure water van boomholten. Uit de eieren van de eivlotjes van het neefje komen larven tevoorschijn die plat in het water liggen. Ze ademen aan het oppervlak met een staafachtige snorkel aan hun achterlijf ademenen, terwijl borstels rond de mond voedsel naar deze stuwen. Als larve maken ze 3 vervellingen door. Daarna worden het poppen die er uit zien als komma's. Zowel de larven als poppen zijn erg beweeglijk en duiken bij de geringste verstoring weg. onder invloed van bloeddruk barst de ontwikkelde pop op en klimt het neefje er uit omhoog.

Bijzonderheden Los van alle hinder die steekmuggen ons bezorgen door ons uit de slaap te houden zijn verschillende soorten overbrengers van verschillende, niet zelden beruchte, ziekten: malaria, gele koorts e. a. Toch zuigen ze lang niet allemaal mensenbloed (sommige zuigen enkel van specifieke prooien zo als vogels en reptielen) en als ze dat wel doen dan zijn het de wijfjes (nichtjes?) die dat doen, omdat zij onze eiwitten nodig hebben voor de productie van de eieren. Het gezoem dat ons hindert als ze afkomen onze geur (zweet, warmte e.a.) is ook hun gezoem. De mannetjes, die helemaal niet steken (zij zuigen hoogstens plantennectar), horen hun geluid met hun pluimantennes en zoeken ze op voor de paring.