Natuur in de kop van Drenthe Op onze eerste winteravondvertelling van 2016 geven we het woord aan Albert van Staatsbosbeheer. Hij vertelt ons over de natuur in de kop van Drenthe. Voor dat gebied is Albert de "boswachter publiek", naast o.a. ook pr-medewerker en boa. Voor ecologie en beheer onderscheidt Staatsbosbeheer andere boswachters . Trouwens, ook alle vrijwilligers worden tegenwoordig gewoon boswachter genoemd. Want uit waardering voor hun werk krijgen ze allemaal, als ze dat willen, ons groene jasje en als vanzelf wordt zo iemand dan toch als boswachter gezien en aangesproken. Dus dat hebben we maar zo gelaten en als het ware zelfs geformaliseerd... vertelt Albert. Albert houdt zijn presentatie met behulp van een powerpoint die een mix bevat van foto's gemaakt door hemzelf en Aaldrik. Hij bespreekt een aantal natuurgebieden, waarvan hieronder een deel van de verhalen wordt samengevat. Erboven vind je door elkaar een reeks van toepasselijke eigen afbeeldingen bij een en ander van de verslaglegger.
De drie B's Staatsbosbeheer beheert zo'n 3600 ha natuur. In ons beheer werken we met de drie B's, onze drie kerntaken, die in hun volgorde ook onze prioriteiten uitdrukken. Dit zijn de B's van beheer ten behoeve van bescherming, beleving en benutting (voor financiële opbrengst voor onszelf, bijv. door houtoogst en afvoer van biomassa uit graslanden). Van alle gebieden van SBB is 95 procent opengesteld, slechts een klein deel is als wildernis afgesloten. In de kop van Drenthe is de boswachterij Veenhuizen ons grootste aaneengesloten gebied. We beheren dat dan wel maar zijn er niet de eigenaar van. Dat zijn we wel, althans grotendeels, van het Fochteloërveen maar daarvan is Natuurmonumenten de beheerder. We werken veel samen met andere partijen. In de kop van Drenthe werken we ook met 50-60, m.n. gepensioneerde, vrijwilligers. Net als onder de professionele bezetting van SBB zijn het ook hier m.n. mannen. Maar er komen wel steeds meer vrouwen bij. Onze vrijwilligers doen van alles en zijn daarom heel belangrijk voor ons, een hele tijd al en dat blijft ook zo. Ze beheren, controleren, leiden rond en meer. Daarom krijgen ze ook kleding, pasjes, speciale aanbiedingen, een jaarlijkse bedankdag en andere bij ons.
Verschillende gebieden in de kop van Drenthe De Onlanden Dit gebied (totaal zesduizend hectare) onder de rook van Groningen zal bij velen het meest bekend zijn. We omschrijven het wel als "Onlanden, natte natuur voor droge voeten". Sinds zijn ontstaan na de overstroming van 1998 wordt het gebied nu gelukkig steeds bekender. Hoewel het nu al een erg mooi natuurgebied is heeft het gebied als belangrijkste taak bij hevige regen water te kunnen bergen. Dat lukt omdat het hoogste punt er een meter beneden N.A.P. ligt. Door onder te lopen kan het 11,7 miljoen kuub water bergen. De laatste landbouw die er daar nog is, is daar aan ondergeschikt. Omdat zo veel water aanleiding kan geven tot muggenoverlast zijn er bewust bosjes aangeplant waar muggen zich kunnen ophouden. Tenminste, dat is het idee, we hopen dat ze dat gaan doen. Het gebied is al ingericht voor fietssen en wandelen, maar voor een optimale beleving er van hebben we recent ook speciale kano-expeditietochten ontwikkeld, samen met outdoor specialist Tim Horneman (zie bijv. http://inhetwildeweg.nl/index.php/author/tim/ ). Want vanaf het water is de beleving van het gebied een heel andere dan vanaf de oever. Of onder water, zoals jullie doen. Een beetje avontuurlijke bushcraft, zoals het maken van een vuurtje, maakt ook deel uit van de kano-expeditie. Op dit moment zijn er ontzettend veel ganzen maar afgelopen najaar zagen we er ook vaak de visarend, wel 3 of 4 stuks. De bruine en blauwe kiekendief leven er en ook de grote zeearend komt er (al broedt hij er nog niet). Er zijn heikikkers, waterspitsmuizen en otters die ook regelmatig jongen hebben. Daarom hangen er, bijvoorbeeld onder bruggen, ook veel camera's die dat monitoren. Die worden vaak ook door onze vrijwilligers geplaatst en uitgelezen. Iemand die dat ergens wil doen kan een interessante plek uitkiezen en daar een van ons geleende camera gaan beheren.
Ter Heijl Dit gebied, dat te noordwesten van Roden is gelegen, is uniek doordat er potklei uit de ondergrond aan het oppervlak dagzoomt. Die potklei is duizenden jaren geleden afgezet. Terheijl is zelfs bekend door zijn van deze potklei gebakken kloostermoppen die heel mooi roodachtig zijn. Er zijn ook porseleinen kunstwerkjes mee gemaakt. Keileem is veel jonger en stamt van van de vorige en voorlaatste ijstijd. Dit gebied beheren we samen met de vereniging "Natuurschoon". Het oudste deel van het bos hoer dateert van 1820 waardoor er nu sprake is van een typische specifieke begroeiing met bosanemoon, groot heksenkruid, bosereprijs, boszegge e.a.. Op de blauwgraslanden groeien Spaanse ruiters. Die beheren we door maaisel afvoer want ze hebben arme bodem nodig. Beenbreek groeit op de schrale heide. Er leven diverse vlinders en ook adders in het heidegebied. In sommige gebieden komen wel 50 adders voor per hectare, hier zijn het er minder. Op de droge plekken vind je de hazelworm, een pootloze hagedis. Heel veel bos in Drenthe is aangeplant. De afgelopen decennia is dat minder gebeurd maar nu doen we het weer meer. De laatste 4-5 jaar planten we ook weer meer douglas aan voor de houtproductie. In het bos leeft ook de grote bonte specht. En er is staand dood hout. Staand dood hout is erg waardevol voor spechten, vleermuizen en uilen. We zagen er wel bosuilkuikens in. Wij koesteren ons dikke dode hout en we krijgen daar nu steeds meer van, want steeds meer oude bomen sterven langzaam aan af. We maken ook zelf wel eens staand dood hout door een boom te ringen. Verder zien we hier o.a. Geelgors, bosmuis, gewone pad, ree, egel, eekhoorn en das. Met de das gaat het de laatste tijd heel goed. Vooral sinds de oprichting van Stichting Das en boom die er veel goeds voor gedaan heeft. Binnen Drenthe volgen we ze heel goed, we houden in mei een jaarlijkse telling.
Mensinge Het Mensinge is een landgoed rond Havezathe Mensinge (tot 1985 particulier bewoond en daarna in oude staat als een museum open gesteld). Het bestaat uit het Mensinge bos en het Sterrenbos. Eigenlijk is dit gebied een uitloopmogelijkheid, een park bijna, voor de mensen uit Roden en omgeving. Er gebeurt daar heel veel wandelen scouting, fietsen... De Havezathe is door financiële problemen tijdelijk dicht geweest maar is nu weer open. Ook daar groeien bosanemonen. Op de vochtige heide zie je dopheide en beenbreek en soms ook klokjesgentianen waarvan het gentiaanblauwtje, een dagvlinder die tegelijk van deze plant als ook van knoopmieren afhankelijk is voor zijn ontwikkeling. Verder leven er dassen, adders, levendbarende hagedissen e.a.
Zeijer strubben Deze liggen ten noordwesten van Assen. Strubben zijn van oorsprong gebruiksbossen, dat wil zeggen gerief- of hakhoutbossen van de lokale esdorpen. Men haalde er het hout uit voor de bakkerij, het gereedschap en andere. Elk Drentse esdorp, dat traditioneel op een hoogte in het landschap lag, had wel één of meer van zulke bossen. Het Kniphorstbos, ten noorden van Anloo, is vergelijkbaar. Ze zijn echt specifiek voor Dr landschap. In de Zeijer strubben groeit nog altijd de Zweedse kornoelje, een hel bijzonder, in heel Nederland alleen hier groeiend, ijstijd-relict dat dan ook voorkomt in het wapen van de gemeente Tynaarlo / Vries. We passen ons maaibeheer er op aan door precies op de juiste tijd te maaien en af te voeren. Anders zou de plant verdwijnen. En daar in het gebied waar inderdaad ooit de hakhoutcultuur heerste houden we dat in stand door elke zoveel jaar de stammen (vooral eiken) tot op kniehoogte weg te halen.
Oosterpoorter diep Sinds 2006 is nabij Langelo veel werk verzet voor het herstel van het beekdal en het weer doen meanderen van de beek, ongeveer zoals die rond 1850 liep. Dit omwille van het langer vasthouden van water. Natter leidt tot verhoging van de natuurwaardes. Er ontstaat in het gebied nu een bepaalde armere vegetaties, een eigen waterkwaliteit (kwel), eigen waterpeil en het gebied is niet meer afhankelijk van begrazing door grote grazers (groter dan ree). Zo langzamerhand werken we er naar toe dit gebied net zo mooi te maken als het al veel bekendere Dr Aa gebied. We zijn nu bezig met de laatste aanpassingen, diegene die het gebied ook veel Daarna veel aantrekkelijker maken om het te beleven. De weidebeekjuffer, met zijn metaalblauwe vleugels komt er al steeds meer voor, wat aan geeft dat het met waterkwaliteit goed zit.
De veentjes Op diverse plekken zijn in de kop van Drenthe ook veentjes, veenties voor veel Drenten, te vinden. Dat zijn soms ook sloten die we hiervoor 'verondiepten' en voorzagen van schuinere kanten. Sloten e.d. moeten zo lang mogelijk nat blijven. Ook beheren we,samen met de Werkgroep Stichting Zeijerwiekje ( zie http://zeijerwiek.zeijen.nul ) een aantal mooie natte stukken natuur. Dat wil vooral zeggen dat we plannen afstemmen want de werkgroep zelf doet het beheer. Zijd doet met haar vrijwilligers ontzettend veel voor ons: maaien, afvoeren, bosaanplant, houtwal-herstel, begrazing e.a. In hun gebied staat een mooie tjasker, een kleine water-windmolen om water het gebied in te pompen. Zo groeit er lokaal ook veel veenmos. Dat leeft alleen op heel natte plaatsen en kan van zichzelf ook heel veel water vast houden. Als je er in knijpt pers je het eruit alsof het een spons is. Op de natte heide groeit ondermeer de kleine zonnedauw en op drogere plekken zien we ook hier de hazelworm.
Noordsche veld Tussen Norg en donderen ligt het Noordsche veld dat nog stamt van de intensieve houtproductie van vroeger, rond 1920-1930.. Voor de aanleg van het bos toen, werd het terrein destijds eerst vijf steek diep! omgespit. Tijdens dat spitten werden vele keien gevonden waarvan keienwegen aangelegd. Zoals ook hier is zo'n keienweg veelal een hoofdader in het gebied met zandige zijwegen er aan. In het gebied is weer van alles te zien waaronder stinkzwam, grote bonte specht, bosuil en ransuil en struikheide (beheerd door 4 heidekoeien, enkele Drentse heideschapen en landgeiten). Bovendien is het gebied rijk aan cultuurhistorie. Er zijn tot honderden grafheuvels geweest, Celtics fields en er zijn verschillende prehistorische vondsten (artefacten e.a.) gedaan. Harry vond er een vuurstenen boortje van de rendierjagerscultuur. Ook sporen uit de tweede wereldoorlog zijn er: een baan van een schijnvliegveld, gemaakt door de Duitsers om de geallieerden te misleiden. Het is op het nippertje gelukt nog meer en erger dan dat te voorkomen (n.b. momenteel ervaren we deze sporen eerder als bederf dan als cultuurhistorisch waardevol maar dat is een kwestie van perspektief en tijd. Ver na ons zal ooit ook dit gezien en gewaardeerd worden als cultuurhistorie, een blijk van verleden menselijk handelen - Harry). In een deel van het bos is wel sprake van overlast van de Amerikaanse vogelkers, een exoot, maar een lokale Zorgboerderij beheert dit, zaagt de bomen van tijd tot tijd weg en gebruikt het hout als brandhout. Dat is nog een voorbeeld van één van onze vele samenwerkingsverbanden met anderen. In samenwerking met andere lokale partijen willen we hier een scholen educatieplek inrichten. Dat zou over twee jaar klaar moeten zijn.
Boswachterij Veenhuizen De bossen van Veenhuizen liggen tussen het Fochteloërveen en de voormalige dwangkolonie Veenhuizen in. Ze zijn eigendom van justitie en hebben een zo rijke cultuurhistorie en natuurwaarde dat ze, zo is de verwachting, binnenkort wellicht op de Unesco erfgoedlijst zullen staan te pronken. Sinds 1991 mag nu iedereen er heen en er wonen, daarvoor niet. Toen was het een gesloten gebied. Veenhuizen zelf is ook een prachtig dorp. We werken ook hier weer zoveel mogelijk samen met lokale partijen. De houten bruggen in de omgeving zijn vaak nog de originele die gebouwd zijn door de gedetineerden met hout uit het eigen productiekosten. Dat gebeurt nog steeds, maar wel steeds minder. Het ronde Esmeer hier is een pingoruïne, dat wil zeggen het restant van wat eens een ijslens was: in de ijstijd verzamelde zich hier grondwater in de bodem dat bevroor, uitzette en daarbij stukken land optilde die tenslotte van de dikke ijslens afgleden en na het smelten van het ijs de ronde pingoruïne achterlieten met een iets verhoogde rand rondom. Staatsbosbeheer oogst in deze boswachterij jaarlijks twee tot drieduizend kuub hout, m.n. in zomer omdat het dan zo droog is dat de machines het bos in kunnen en we geen broedvogels e.d. verstoren. Daarvoor gaat een regelmatig nieuwe aanplant van het bos hier nu nog steeds door.
Tenslotte de actualiteit en enkele vragen Net een paar dagen geleden vielen veel mensen over het Staatsbosbeheer heen omdat dat het plan uitgedacht zou hebben de komende jaren een enorm bos, zo groot als de Veluwe, te planten, vooral om CO2 op te vangen. Sommige mensen vonden het een sympathiek idee maar de meesten overviel het en dat gold ook voor onszelf. Wij hadden hier nog nooit van gehoord en we hebben ook geen plannen voor een grootschalige bosaanplant. Dit hebben ze vooral bedacht op het hoofdkantoor waar het plan voortkwam uit de koker van een overleg tussen verschillende partijen. Maar wat er van gerealiseerd zal kunnen worden is nog lang niet duidelijk. Waarom horen we tegenwoordig niet zoveel meer over de zure regen? Albert: We horen steeds minder over zure regen omdat we door het injecteren van mest e.a. technieken steeds schonere lucht krijgen. Tegenwoordig kun je toch ook duiken in het zandgat naast het Nije Hemelriek? Albert: Ja, in de plas van firma Zeldenrust kun je duiken. Eigenlijk willen we dat niet maar in de zomer komen er ook veel oeverrecreanten. Dat houden we niet tegen. Maar de plas is link. Het gebeurt nog steeds dat er hele stukken oever de plas inzakken. Er is dus wel voorzichtigheid bij geboden. Ook omdat er is gezogen tot op grote diepte, tientallen meters.
Een keer op excursie met Albert? Albert nodigt ons uit voor een, op een (nader te kiezen) zaterdag in het voorjaar, 2-3 uur durende wandeling (vanaf 13.00 uur), om zo kennis te maken met een mooi beekdal e.a. elementen. In het voorjaar spreken we hier een datum voor af en laten we het jullie horen. Overigens, ... Het is jammer dat er op deze boeiende avond maar een beperkt publiek afgekomen is. Jammer en eigenlijk ook verontrustend want uit feitelijk eigen belang moeten wij, als leden van Duikvereniging Hydrofiel, ons realiseren dat het tegen zo'n achtergrond moeilijk wordt, sprekers te vinden, vooral als die van buiten de eigen gelederen moeten komen. En dat is vooral jammer omdat onze vereniging zich juist met dit soort avonden, die in feite ook een wezenlijke informerende (noem het opleidende) functie hebben, onderscheidt van andere! Iets om in de keuze van ieders prioriteiten toch serieus te overwegen.