De zon schijnt nog en het snorkelen / duiken hoeft zeker nog niet afgelopen te zijn, toch nadert voor de leden van het Foto en Filmteam min of meer het einde van het eerste jaar van het project snorkelen en duiken in stedelijk water. Als deelnemer aan dit project wil ik graag iets vertellen over het verloop van dit eerste jaar. We zijn het project begonnen om zelf te ontdekken wat er leeft en in onze stads- / stads-nabije wateren en vooral om er op termijn iets mee te doen voor de de stadjers die geen weet hebben van wat er in / om het stadswater leeft. Daarnaast willen we met het project ook bekendheid geven aan onze manier van duik’sport’ bedrijven en daarmee zo mogelijk ook leden werven. Elders op de website kun je hier al meer over lezen.
Toen ik het project eind 2017 in overleg met gemeente-ambtenaren doorsprak was er sprake van een onmiddellijk enthousiasme waarop we allereerst in contact gebracht werden met het team van de E.O. TV serie “Wildernis onder water” dat toen juist zou beginnen aan een documentaire over de opvang van regenwater in Groningen. En zo werkten we, een kleine tien leden van Hydrofiel, eerst nog, in een gezellige samenwerking mee aan de totstandkoming van die documentaire die vermoedelijk op 13 december 2018, om 19.48 uur zal worden uitgezonden. Daarna konden we voor onszelf met het project aan de slag.
In het voorjaar luidden we de start van het project in met een media-actie die goed opgepakt werd en resulteerde in verschillende radio en TV-interviewtjes en artikelen in kranten (ook die zie je terug op de website). Dat is mooi, want een project als dit verlangt ook bekendheid. We moeten uitleggen wat we doen en waarom, incl. dat we later de beelden zullen delen.
Binnen het team waren al afspraken gemaakt wie welk stadswater verkent en ook dat iedereen die onbekende plek minstens één of twee keer bezoekt. Omdat veel wateren klein en ondiep zijn en soms helemaal vol planten zitten gebeurde dat vaak ieder voor zich en was ookvaak niet eens sprake van persluchtduiken maar enkel van snorkelen. Maar zelfs zo bleek er vaak nog veel te zien: kleurige ruisvoorns, grote scholen vis, een eenzame grote snoek, de larve van een tuimelaar (waterkever), algenformaties als ijsbergen e.a.. Toch viel het niet altijd mee je motieven in die weelderige groei te vinden, benaderen en vast te leggen. Het was duidelijk dat we, ook waar het zicht goed was, zo vroeg mogelijk in het jaar moesten beginnen, maar dat valt niet als je zoveel verschillende wateren op de korrel hebt. Zelfs in helder water bleef het zaak uiterst voorzichtig bij de planten langs te gaan omdat er vaak veel stof op lag dat je flink hinderen kan. Hoe later in het jaar hoe groter de planten, en hoe meer stof. Extra drijfvermogen en kleine (zwembad)vinnen lijken dan handiger dan een trimvest met een tank achterop, maar dat bemoeilijkt wel weer het onderduiken. Ook was het zicht niet altijd goed. Sterker nog, het warme voorjaar, gevolgd door kou en daarna een periode van extreme droogte en hitte, zal het zeker niet makkelijker op gemaakt hebben. Op veel plekken bleef het langdurig slecht zicht, wat het vinden van contrastrijke motieven bemoeilijkte en kleurloze, grauwe beelden op dreigde te leveren. Nee, het project is beslist niet zonder uitdaging en we hebben dit eerste jaar dan ook minder kunnen doen dan we wilden
Toch hebben de uitdagingen niet belemmerd dat leden van het team alleen dit eerste jaar al zo’n 20 verschillende wateren in en rond de stad bezochten, wat naar schatting neer kwam op wel zo’n 80 uur stadssnorkelen en -duiken. Mijn eigen nieuwsgierigheid naar al die eerder genegeerde plekken is zelfs zo nog toegenomen dat ik dit jaar vrijwel helemaal niet aan perslucht toegekomen ben en bijna niets anders dan stadswater gezien heb. Zoals de donkere vijvers van het Noorderplantsoen die mij, omdat ik er vroeger lange tijd dichtbij gewoond heb, juist nu als een magneet aantrekken. Daar wil ik vroeg volgend voorjaar nog eens met een zaklantaarn in!
In diepere plassen zoals de Piccardthofplas kunnen we natuurlijk wel met perslucht op pad om daar bijv. beelden te maken van het door kwel opwellende water, waar bijna niemand van weet en anders dan wij niemand iets van ziet. Of voor een safari naar ons zeldzame rivierdonderpadje.
Tussen het snorkelen door heeft het Foto en Filmteam op september ook mee gedaan met de jaarlijkse gemeentelijke “Open dag van het riool” omdat haar beeldwerk nu juist het belang van schoon water illustreren kon: in een powerpoint toonden we onze eerste stadse foto- en filmbeelden die voor de meeste bezoekers een veelzeggende openbaring waren en alom leidden tot gote waardering voor het project. Wat willen we nog meer? Meer wateren en meer beelden (natuurlijk)!.
We zijn begonnen maar we zijn er nog niet. Sommige plekken zullen we nog vaker moeten bezoeken, terwijl andere nog niet eens aan de beurt zijn geweest. Het Friese veen, Gravenburg, Stadspark? en de Natuurvriendelijke oevers-sloot achter Lewenborg, om er enkele te noemen.
Ik denk dan ook dat we met dit project nog best één of twee seizoenen vooruit kunnen en daar volgend voorjaar ook nog best wat meer deelnemers bij kunnen gebruiken, waar de winteravondvertelling over ons stadswater, die enkele stedelijke waterbeheerders op 18 april voor ons zullen houden, een uitnodiging en goede voorbereiding voor zijn.
Inmiddels overweeg ik ook de pers nog eens opnieuw te prikkelen, nu om tot een eerste beeldverslag te komen. Dat is immers een logische opvolging van de eerdere aankondiging? Wie weet of dat gaat lukken? En wie weet wat we in die tijd allemaal nog zullen schieten en ontdekken. Er gaat immers niets boven maar wel een heleboel onder Groningen!
Harry Holsteijn, Foto en filmteam Duikvereniging Hydrofiel